Onderzoek Besluit experiment onderwijszorgarrangementen
Er zijn in Nederland naar schatting jaarlijks 15.000 tot 17.000 kinderen en jongeren met een complexe ondersteuningsbehoefte die niet naar school gaan door verzuim, uitval van onderwijs en thuiszitten. Maatwerk in de vorm van onderwijszorgarrangementen kan voor deze doelgroep een mogelijke oplossing zijn. Uit onderzoek van BMC naar vijftien onderwijszorgarrangementen (proeftuinen) is naar voren gekomen dat niet altijd voldoende ruimte is om maatwerk te kunnen leveren aan kinderen met een complexe ondersteuningsbehoefte. De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs heeft daarom een experiment gestart om meer ruimte te geven voor maatwerk in onderwijszorgarrangementen: het Besluit experiment onderwijszorgarrangementen. Binnen dit experiment krijgen 62 initiatieven de mogelijkheid om voor 5 jaar af te wijken van onderwijswet- en regelgeving, waaronder de locatie waarop onderwijs gegeven wordt.
Het monitoring- en impactonderzoek in opdracht van NRO is onderdeel van het wettelijk Besluit onder de regeling. Dit onderzoek wordt in consortiumverband uitgevoerd door Kohnstamm Instituut, SEO Economisch Onderzoek, Verwey-Jonker Instituut en Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Het doel is om inzicht te krijgen in de effectiviteit van de onderwijszorgarrangementen en de factoren die bijdragen aan succes. Het eerste monitorrapport is recent is uitgekomen. Het huidige rapport biedt een eerste inhoudelijke verkenning naar aannames, theorie en vragen rond onderwijszorgarrangementen.
Complexe ondersteuningsbehoefte
Hoewel het Nederlandse onderwijs tal van mogelijkheden kent om leerlingen te ondersteunen, lukt het niet altijd om voor iedere leerling passend onderwijs te realiseren. Uit analyse van de projectplannen van de 62 initiatieven blijkt dat vooral leerlingen met meervoudige problematiek uitvallen. Vaak gaat het om een combinatie van cognitieve, sociaal-emotionele, fysieke of psychische uitdaging, soms in combinatie met onveilige of niet-ondersteunende thuissituaties of onvoldoende aansluiting tussen zorg- en onderwijssystemen.
Schoolaanwezigheid
Schoolaanwezigheid is een kernvoorwaarde voor leren en sociale ontwikkeling. Maar voor veel leerlingen met complexe ondersteuningsbehoeften is die aanwezigheid juist de grootste uitdaging. Deze publicatie laat zien dat verzuim en thuiszitten niet los kunnen worden gezien van de manier waarop scholen zijn georganiseerd. Naast medische of psychische oorzaken spelen ook schoolcultuur, veiligheid, groepsdynamiek en pedagogisch klimaat een rol.
Deze publicatie gaat ook in op het concept Multi-Dimensional Multi-Tiered System of Supports (MD-MTSS). Dit raamwerk laat zien dat vroegtijdige signalering, samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp, en aandacht voor positieve binding aan school bijdragen aan preventie. Niet schoolafwezigheid, maar de vraag ‘Wat is nodig om onderwijsdeelname mogelijk te maken?’ hoort centraal te staan.
Daarnaast wordt ook stilgestaan bij juridische en organisatorische voorwaarden. De leerplicht- en onderwijswetgeving zijn nog sterk gericht op fysieke aanwezigheid binnen een schoolgebouw met BRIN-nummer, terwijl onderwijszorgarrangementen vaak in andere locaties gevestigd zijn dan een schoolgebouw. Een duurzaam beleid rond schoolaanwezigheid vraagt daarom ook om herziening van wettelijke kaders en bekostiging, zodat onderwijs en zorg gezamenlijk kunnen werken aan continuïteit van leren.
Effectieve onderwijszorg
Er zijn drie niveaus van effectieve ondersteuning: leerlinggericht, groepsgericht en schoolbreed. Belangrijke werkzame elementen zijn het systematisch in kaart brengen van ondersteuningsbehoeften, het gebruik van evidence-informed methodes en het versterken van sociaal-emotionele vaardigheden. De verbinding tussen onderwijs- en zorgprofessionals is ook cruciaal: gezamenlijke casuïstiekbespreking en gedeelde verantwoordelijkheid vergroten de kans op onderwijscontinuïteit.
Balanced scorecard
Om inzicht te krijgen in werkzame elementen is voorbeeld genomen aan de Balanced scorecard. Dit model helpt bij het beschouwen van onderwijszorgarrangementen als samenwerkingsorganisaties waarin onderwijs, zorg en bestuur elkaar raken. Het onderzoek identificeert op vier niveaus werkzame factoren:
- Samenwerking: Welke rechtspersonen vormen het onderwijszorgarrangement, met welke netwerk- en ketenpartners?
- Bekostiging: hoe vindt bekostiging plaats?
- Zorg: welke randvoorwaarden en activiteiten op het gebied van zorg worden geboden om tegemoet te komen aan de specifieke en complexe ondersteuningsbehoeften van kinderen en jongeren als leerlingen?
- Onderwijs: welk onderwijs en welke onderwijsactiviteiten worden door de geboden zorg (weer) mogelijk voor welke specifieke doelgroepen?
Naar inclusief onderwijs?
In een inclusief onderwijsbestel is het uitgangspunt dat ieder kind onderwijs kan volgen, ongeacht ondersteuningsbehoefte of beperking. Dit vraagt niet alleen om aanpassingen binnen scholen, maar ook om een transdisciplinaire manier van werken waarin onderwijs, zorg, gemeenten en ouders samen verantwoordelijk zijn.
Deze verkenning benadrukt het belang van een leerrecht-benadering: niet de leerplicht als formele verplichting, maar het recht van ieder kind op ontwikkeling en deelname aan onderwijs staat centraal.
Meer informatie
Van Binsbergen, M.H., Lalihatu, E. S., van Griensven, L. & Rosema, K.W. (2025). Van arrangeren naar includeren. Een verkenning van aannames, theorie en openstaande vragen bij het onderzoek naar onderwijszorgarrangementen. Amstelveen: Kohnstamm Instituut.
Met medewerking van:
Remco van Eijkel (SEO Economisch Onderzoek)
Inti Soeterik (Verwey-Jonker Instituut)
Yvonne Vanneste (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid)
Contactpersonen:
Merlijn Karssen
Esmée Lalihatu
Luuk van Griensven
Koen Rosema
Zie ook:
Binsbergen, M.H. van & Groff, C., m.m.v. Vanneste-Van Zandvoort, Y.T.M., Gelderen, A. van, Wessels, E-J. & Bruck, S. (2023). Health, Literacy and Educational Attainment. A Rapid Cross-disciplinary Review of the Literature on (Low) Health Literacy across the Lifespan. Amsterdam: Kohnstamm Instituut; Utrecht: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
Binsbergen, M.H. van, Lalihatu, E.S., Rosema, K.W., m.m.v. Vanneste-van Zandvoort, Y.T.M. & Wessels, E-J. (2024). Over de relatie tussen gezondheid en onderwijs. Positieve gezondheid, health literacy en geletterdheid. Amsterdam: Kohnstamm Instituut; Utrecht: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
Binsbergen, M.H. van, Pronk, S., Schooten, E. van, Heurter, A. & Verbeek, F. (2019). Niet thuisgeven. Schooluitval vanuit het perspectief van thuiszitters. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Ledoux, G. & Waslander, S., m.m.v. Eimers, T. (2020). Evaluatie passend onderwijs. Eindrapport Mei 2020. Amsterdam: Kohnstamm Instituut; Tilburg: TIAS School for Business and Society, Tilburg University; Nijmegen: KBA Nijmegen.
Van der Berg, E., Van Binsbergen, M., Krepel, A. & Huisman, P. (2021). Afstand overbruggen. Ervaren knelpunten bij afstandsonderwijs aan thuiszitters geregistreerd als absoluut of relatief verzuim. Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek, Kohnstamm Instituut; Rotterdam: Erasmus Universiteit.
Samenwerkingspartners:
SEO Economisch Onderzoek
Verwey-Jonker Instituut
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid

